Voor het betere touwtrekken moet het helemaal anders. Directeur Reinder Hoekstra van Natuur- en Milieufederatie Drenthe (NMF Drenthe) heeft het proces rondom de voorgenomen afvalwaterinjectie en oliewinning tegen het licht gehouden. Volgens hem is er sprake van enkele weeffouten. Inwoners hebben nu pas in een rijkelijk laat stadium echte inspraak. “Pas bij de vergunningsaanvraag mogen zij hun invloed doen gelden.”
In de ogen van de NMF moet dat niet alleen eerder, maar moet de rol van burgers meer uitgebreid worden gemaakt middels een maatschappelijk debat. De overheid dient daarbij meer een regierol te pakken.
Hoekstra deelde die zienswijze met een volle zaal in ’t Aole Gemientehoes in Schoonebeek. Gisteravond vond hier de tweede informatieavond plaats over het injecteren van productiewater, dat vrijkomt bij de oliewinning, in lege gasvelden bij het oliedorp. De eerste vond afgelopen vrijdag plaats en trok ongeveer 120 inwoners. Een soortgelijk aantal was ook nu weer aanwezig.
De beide bijeenkomsten zijn georganiseerd door de plaatselijke actiegroep Stop Afvalwater Schoonebeek. Op beide avonden schuiven deskundigen aan die vooral wijzen op de risico’s van de door de NAM voorgenomen herstart van de oliewinning in combinatie van het pompen van afvalwater in de bodem.
Een van die experts is Hoekstra. Wat hem opviel was dat de NAM als initiatiefnemer de onderzoeken laat uitvoeren. Daar rolt een keuze uit. In dit geval dat het afvalwater in het lege gasveld pompen middels duurzame technieken zoals elektrische boilers en kunststof leidingen. “Vervolgens wordt de vergunning al aangevraagd. En het milieutechnisch onderzoek (MER) moet dan nog komen”, aldus Hoekstra.
Achtergrond
Als sluitstuk, dus na publicatie van de vergunning, mogen burgers gebruik maken van hun inspraak door al dan niet bezwaar aan te tekenen tegen de vergunning. Maar nergens wordt hun echt invloed gegund op de door de NAM aangereikte oplossing, meent de NMF-directeur. In zijn ogen moet en kan dat anders.
Hoekstra wijst alleen niet met een beschuldigende vinger naar de olie- en gasreus. “Voor de NAM is het een lastig verhaal. Ze willen een goede buur zijn, maar aan de andere kant willen ze ook olie winnen.” Daarom is daar een mooie rol voor de lokale en regionale overheid weggelegd, meent hij. Die houdt zich naar zijn idee teveel op de achtergrond. “De overheid dient het onderzoekstraject op zich te nemen.”
Scheidsrechter
Evenals de varianten die daaruit voortkomen. “Die organisatie moet plaatsvinden in samenspraak met de burger die middels een maatschappelijk debat daadwerkelijk een duit in het zakje kan doen wat betreft de gekozen oplossing”, denkt Hoekstra. De overheid kan verder als een scheidsrechter tussen alle partijen in gaan staan, stelt hij. “Want het is niet de NAM die hier het pispaaltje hoeft te zijn.”
Het huidige proces is in zijn ogen dan ook te gefragmenteerd: “Alles vindt in stapjes plaats en over meerdere tafels. Als redelijk deskundige, raak ik zelfs de draad wel eens kwijt. Wat vindt nu waar plaats?” De huidige opzet versterkt in zijn ogen de bestaande zorgen onder de bevolking en de tweespalt tussen de NAM en verontruste burgers. Waardoor eerstgenoemde in een positie komt waarin ze zichzelf moeten verdedigen.
Een stap achteruit, twee vooruit
Hoewel er al flinke stappen genomen zijn in het proces, is het volgens Hoekstra nog niet te laat voor een heroverweging. “De staatssecretaris (Vijlbrief, red.) heeft aangegeven belang te hechten aan draagvlak. Je kunt natuurlijk niet alles terugdraaien. Maar soms is het beter een stap terug te zetten om er vervolgens weer twee voorwaarts te kunnen maken.”
Bron: RTV Drenthe